Roerende voorheffing: altijd 25 %?

Roerende voorheffing: altijd 25 %?

Het standaardtarief van de roerende voorheffing bedraagt tegenwoordig 25 %. Hoewel het de bedoeling was om dit als enige tarief in te voeren, werden er ondertussen al weer nieuwe uitzonderingen ingevoerd. De opeenvolgende wetswijzigingen en aanpassingen van de laatste twee jaar maken het moeilijk om door het bos de bomen nog te zien. Om daaraan te verhelpen lijsten we nog eens alle roerende inkomsten op die niet aan het normale tarief van 25 % zijn onderworpen.

Spaarboekjes: deels vrijgesteld, deels 15 %

De interesten op spaarboekjes van particulieren zijn vrijgesteld voor de eerste schijf van 1.880 EUR (voor aanslagjaar 2014, inkomsten 2013). Boven deze drempel wordt een tarief van 15 % toegepast.

Leterme-staatsbons: 15 %

Tussen 24 november 2011 en 2 december 2011 had iedereen de mogelijkheid zich in te schrijven op de fameuze Leterme-staatsbons. Inkomsten uit deze staatsbons blijven onderworpen aan 15 %.

Dividenden van vastgoedbevaks: 15 %

Ook dividenden die worden uitgekeerd door een residentiële vastgoedbevak worden onderworpen aan 15 %. Het lagere tarief geldt enkel als tenminste 80 % van het vastgoed belegd wordt in onroerende goederen die in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte zijn gelegen en uitsluitend als woning aangewend worden of bestemd zijn.

Aandelen van kmo's: 15 of 20 %

Voor nieuwe aandelen uitgegeven door kleine vennootschappen geldt een tarief van 15 % of 20 %, naar gelang het moment dat de uitkering plaatsvindt. Er gelden verschillende voorwaarden voor de aandelen. Het moet gaan om (1) niet-preferente aandelen (2) op naam (3) uitgegeven naar aanleiding van de oprichting van een kmo of een kapitaalverhoging van een kmo vanaf 1 juli 2013.
De kapitaalverhoging mag niet gefinancierd worden met gelden uit een eerdere kapitaalvermindering (sinds 1 mei 2013): het lukt dus niet om onder dit gunstregime te vallen door eerst het kapitaal te verminderen, om het daarna opnieuw te verhogen.

Voor dividenden die uitgekeerd worden in het tweede boekjaar na de inbreng wordt 20 % roerende voorheffing toegepast, dividenden uitgekeerd vanaf het derde boekjaar zijn aan 15 % onderworpen.

Auteursrechten: 15 % op de eerste schijf van 56.450 EUR

Auteursrechten worden voor de eerste schijf van 56.450 EUR als roerende inkomsten beschouwd. Op deze schijf geldt een tarief van 15 %. Boven deze drempel zijn de auteursrechten als beroepsinkomen te beschouwen en worden ze als dusdanig belast.

Liquidatieboni: 10 % tot 1 oktober 2014, daarna ook 25 %

Liquidatieboni die ontstaan in geval van de gehele of gedeeltelijke verdeling van een binnenlandse of buitenlandse vennootschap, worden ook als dividenden beschouwd. Hiervoor geldt voorlopig nog even het gunsttarief van 10 %, maar vanaf 1 oktober 2014 vallen liquidatieboni onder het standaardtarief.

Vergoedingen voor ontbrekende coupon: soms 15 %

Vergoedingen voor ontbrekende coupon of voor ontbrekend lot, zijn naargelang de aanslagvoet die toepasbaar is op de inkomsten van roerende goederen en kapitalen en loten, waarop die vergoedingen betrekking hebben, onderworpen aan 15 % of 25 %.

Loten van Belgische oorsprong van voor 1 maart 1990: 20 %

Op de loten van Belgische oorsprong met betrekking tot obligaties, kasbons, of andere soortgelijke effecten die ter uitvoering van vóór 1 maart 1990 gesloten overeenkomsten worden verleend of toegekend, wordt 20 % roerende voorheffing geheven.