Jaarlijkse structuurenquête voor ondernemingen en zelfstandigen opnieuw gewijzigd

Jaarlijkse structuurenquête voor ondernemingen en zelfstandigen opnieuw gewijzigd

Sinds 1996 voert de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie jaarlijks een enquête uit naar de structuur van de ondernemingen. De informatie komt van een steekproef over de gegevens van het voorgaande boekjaar bij de bedrijven en zelfstandigen die in België actief zijn. De FOD Economie heeft de vragenlijsten aangepast met het oog op het berekenen van de Eurostatvariabelen en verdere administratieve vereenvoudiging.

Deelname is verplicht

De structuurenquête wordt door veel ondernemingen ervaren als enorm belastend en omslachtig. In 2008 werd de periodiciteit van de bijlagen bij de enquête aangepakt. Waar die bijlagen aanvankelijk jaarlijks moesten worden ingevuld, moet dit nu slechts om de vijf jaar gebeuren. Sinds 2009 worden ook minder bedrijven bevraagd. Afhankelijk van omzet en aantal werknemers worden de meeste bedrijven onderworpen aan een roterende steekproef (slechts om de drie jaar i.p.v. jaarlijks). Op die manier selecteert de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) 30.000 ondernemingen die in België werkzaam zijn.

Deelname is verplicht voor de geselecteerde bedrijven.  De onderneming die haar verplichtingen niet nakomt, riskeert een geldboete van 26 tot 10.000 euro. Die strafsanctie kan worden verdubbeld en een gevangenisstraf van acht dagen tot één maand kan worden uitgesproken, als het misdrijf is begaan binnen de vijf jaar te rekenen vanaf de dag dat een vroegere gelijkaardige veroordeling onherroepelijk is geworden.

Aanpassing van de vragenlijsten

Ondernemingen die een vereenvoudigde boekhouding voeren en zelfstandigen (uitgezonderd de niet-btw-plichtigen die geen aan de sociale zekerheid onderworpen werknemers hebben) gebruiken voortaan  de nieuwe “vereenvoudigde vragenlijst”. Op die lijst moeten de kleine ondernemingen en zelfstandigen voortaan bij de personeelskosten ook de kosten met betrekking tot uitzendkrachten en de andere personeelskosten noteren.

Ondernemingen die een volledige boekhouding voeren (grote ondernemingen), maar geen jaarrekening moeten neerleggen bij de Balanscentrale, dienen vanaf nu hun gegevens in via de nieuwe “gedetailleerde vragenlijst”. Zij moeten op de vragenlijst niet langer de aanschaffingen van andere zakelijke rechten op onroerende goederen en van grond-, weg- en waterbouwkundige werken vermelden. Zij moeten echter wel de verkoop van materiële investeringsgoederen vermelden en de niet op de loonlijst ingeschreven personen werkzaam in een Belgische vestiging op 30 juni van het referentiejaar.

De ondernemingen die een gestandaardiseerde jaarrekening neerleggen, moeten de structuurenquête samen met hun jaarrekening neerleggen bij de Balanscentrale van de Nationale Bank van België.
Ofwel vullen ze de nieuwe “bijkomende statistische vragenlijst bij het volledig schema van de jaarrekening” in. Op die vragenlijst noteren ze voortaan bij de geproduceerde activa voor eigen rekening de gebouwen en bouwwerken (i.p.v. terreinen en gebouwen). Ze moeten niet langer de aanschaffingen van andere zakelijke rechten op onroerende goederen en van grond-, weg- en waterbouwkundige werken vermelden. De vermelding van de verkoop van materiële investeringsgoederen en van de niet op de loonlijst ingeschreven personen werkzaam in een Belgische vestiging op 30 juni van het referentiejaar, is voortaan verplicht.
Ofwel gebruiken ze de “bijkomende statistische vragenlijst bij het verkort schema van de jaarrekening”. Op die vragenlijst moeten ze nu ook de in de omzet opgenomen tegemoetkomingen van de overheid en de kosten met betrekking tot uitzendkrachten noteren. De aanschaffingen van terreinen en gebouwen is nu opgesplitst in terreinen en nieuwe gebouwen en nieuw bebouwde terreinen. En de ondernemingen moeten voortaan de verkoop van materiële investeringsgoederen (feitelijke verkoopwaarde) en de niet op de loonlijst ingeschreven personen werkzaam in een Belgische vestiging op 30 juni van het referentiejaar vermelden.

Verstrekte inlichtingen zijn vertrouwelijk

Via de jaarlijkse structuurenquête verzamelt de ADSEI informatie in over de activiteit, de werkgelegenheid, de opbrengsten, de kosten en de investeringen van het voorgaande boekjaar. De ingewonnen informatie laat toe om op Europees niveau vergelijkbare statistieken over de structuur van de ondernemingen op te maken die onmisbaar zijn voor het uitstippelen van het economische beleid. De gegevens in de structuurenquête worden enkel gebruikt voor statistische verwerking. De verstrekte inlichtingen zijn vertrouwelijk en worden in geen geval gebruikt voor fiscale doeleinden.

Neerlegging van de structuurenquête

De ondernemingen moeten de structuurenquête neerleggen in een XBRL-bestand bij de Balanscentrale. Hoe dat moet gebeuren, kan u terugvinden op de website van www.economie.fgov.be