Verzekeringsgiften: geen besparing op erfbelasting

Verzekeringsgiften: geen besparing op erfbelasting

Als u een schenking doet binnen de 3 jaar vóór uw overlijden, dan wordt die schenking meegeteld om uw nalatenschap en de verschuldigde erfbelasting te berekenen, tenzij er schenkbelasting werd betaald. Als u een levensverzekering schenkt, dan ontsnapt u niet aan die regel. Sterker nog, het geschonken bedrag wordt toegevoegd aan uw nalatenschap, zelfs als u meer dan 3 jaar na de schenking overlijdt.

Wat is een verzekeringsgift?

Bij een (gemengde) levensverzekering sluit u met een verzekeringsonderneming een contract af waarbij u afspreekt dat de verzekeringsmaatschappij na een bepaalde periode een bepaalde som zal uitkeren, op voorwaarde dat u dan nog leeft. Overlijdt u vóór die datum, dan krijgt iemand die u aanduidt (de begunstigde) een kapitaal uitgekeerd.

In de wetgeving inzake erfbelasting (Vlaanderen) en successierechten (Brussel en Wallonië) is voorzien dat bij overlijden, dat kapitaal voor de begunstigde als een legaat wordt beschouwd. Men noemt dit een “beding ten behoeve van derden”. De begunstigde van zo'n beding moet er belastingen (erfbelasting of successierechten) op betalen.

Maar stel nu dat u de verzekeringsovereenkomst schenkt?
Als u een levensverzekering afsluit bent u a) de verzekeringnemer en b) de verzekerde. De begunstigde is een persoon die u aanduidt. Als u de verzekering schenkt aan de begunstigde dan bent u enkel nog verzekerde. Vanaf de gift zijn de begunstigde en de verzekeringnemer, één en dezelfde persoon. Als u overlijdt, is het levensverzekeringscontract strikt genomen dus niet langer een beding ten behoeve van derden.

De Vlaamse decreetgever paste daarom eind 2016, de wetgeving aan: ook in de situatie hierboven beschreven (waarbij de verzekeringnemer en de begunstigde na de schenking één en dezelfde persoon zijn) zal de fiscus het bedrag van de uitkering toch als een legaat beschouwen en moet de begunstigde dus erfbelasting betalen.

Geen drie jaar

Sinds 9 januari 2017 heeft een verzekeringsgift tot gevolg dat in geval van uw overlijden, de begunstigde (aan wie u de verzekering heeft geschonken) toch erfbelasting zal moeten betalen op het kapitaal dat hij/zij ontvangt.
Maar het bijzondere is dat die belasting verschuldigd is, zelfs als u meer dan 3 jaar blijft leven na de schenking en zelfs als de schenking onderworpen werd aan de schenkbelasting.

Dat is niet zo evident: als u een som geld of een onroerend goed schenkt en u daarna binnen de 3 jaar overlijdt, dan wordt het bedrag van de schenking weer toegevoegd aan de nalatenschap en zal de begunstigde op die som erfbelasting moeten betalen alsof hij/zij het geërfd heeft van u. Die erfbelasting is niet verschuldigd als er op de schenking schenkbelastingen werden betaald.

Maar in geval van een schenking van een levensverzekering maakt het dus niet uit of u als schenker binnen de 3 jaar overlijdt. Bovendien betaalt de begunstigde vervolgens erfbelasting op het kapitaal dat de levensverzekeringsmaatschappij uitkeert. Als er schenkingsrechten werden betaald, dan mag u de grondslag van de schenkbelasting aftrekken van de grondslag van de erfbelasting. In de praktijk zal de grondslag van de erfbelasting een hoger bedrag zijn dan die van de schenking (de grondslag van die belasting is gelijk aan de afkoopwaarde ervan bij een vroegtijdige opzegging door de verzekeringnemer). Het resultaat is echter dat de begunstigde belast wordt op de meerwaarde die ontstond in een periode dat de begunstigde de levensverzekering eigenlijk al gekregen heeft.

Grondwettelijk Hof

Assuralia, de beroepsvereniging van de verzekeringsmaatschappijen had een beroep ingediend tot vernietiging van deze maatregel wegens verschil in behandeling tussen de verschillende begiftigden. Assuralia geeft als voorbeeld een schenking van een schilderij. Als u een schilderij schenkt en u overlijdt niet binnen de drie jaar, dan is er geen erfbelasting meer verschuldigd. Bij de schenking van een levensverzekering is de erfbelasting wel verschuldigd, ook na die drie jaar.
Stel dat u wel binnen de drie jaar overlijdt na de schenking van een schilderij, dan is er wel erfbelasting verschuldigd, tenzij er schenkbelasting werd betaald. In dat laatste geval wordt de grondslag van de schenking afgetrokken van de grondslag van de nalatenschap, met als resultaat dat er geen grondslag meer is voor de erfbelasting. Maar bij de levensverzekering is er, zoals hierboven al beschreven, wel een erfbelasting verschuldigd. Als er een schenkbelasting werd betaald, dan is er nog steeds erfbelasting verschuldigd op de aangroei van de waarde van de levensverzekering.

Het Grondwettelijk Hof (arrest nr. 34/2019) ziet ook wel het verschil maar vindt het onvoldoende om van discriminatie te spreken. Voor het Hof is de schenking pas helemaal rond als de originele verzekeringnemer overlijdt. Pas dan ontvangt de begunstigde de werkelijke waarde van de schenking. Daarom kan de fiscus ook nog verder dan 3 jaar na de schenking de erfrechten alsnog innen, en niet op de afkoopwaarde van de levensverzekering maar op het kapitaal dat wordt uitgekeerd naar aanleiding van het overlijden.

Verzekeringsgiften lijken dus niet de best mogelijke manier om iemand over de dood heen te begunstigen.