Onbelast bijverdienen: de verschillende stelsels

Onbelast bijverdienen: de verschillende stelsels

Sinds 2018 kan u onbelast bijklussen. Daar zijn 3 stelsels voor: bijklussen van burger tot burger, binnen een vereniging of via deeleconomie. Het ene stelsel sluit het andere niet helemaal uit maar toch zijn er grenzen en voorwaarden.

“BIJ”-verdienen

Als u wilt klussen ten voordele van een andere burger of voor een vereniging dan is de eerste vereiste dat het moet gaan om een “bijverdienste”. De belastingvrijstelling staat enkel open voor werknemers die minstens 4/5de werken, voor gepensioneerden en voor zelfstandigen, op voorwaarde dat ze niet dezelfde activiteit uitoefenen als hun hoofdactiviteit.
Bijverdienen via de deeleconomie kan daarentegen door iedereen.

Er is ook een inkomensgrens: u mag (in 2019) op jaarbasis niet meer bijverdienen dan 6.250 euro per jaar... voor de drie stelsels samen! Er is ook een maandelijkse grens van 520,83 euro (ook weer in 2019) maar die grens geldt enkel voor diensten van burger tot burger en voor verenigingswerk samen. Er is geen maandgrens voor diensten via de deeleconomie. Heeft het verenigingswerk met sport te maken, dan ligt de maandgrens op 1.041,66 euro per maand.

Wat mag u allemaal doen ?

In het stelsel van burger tot burger mag u andere burgers (bv. uw buur) een handje helpen met zaken zoals oppas, buitenschoolse kinderopvang, bijlessen, sportlessen, kleine onderhoudswerken, ... De lijst is lang. U kan hem terugvinden op www.bijklussen.be.
Bijkomend is wel vereist dat u deze activiteit niet met vaste regelmaat doet want dan wordt het een bijberoep. Een werknemer mag ook niet “bijklussen” bij zijn werkgever. Verder volstaat een informele afspraak tussen beide partijen. De bijklusser moet wel nog alle gegevens vermelden in zijn aangifte.

Bij verenigingswerk moeten we eerst even wijzen op het verschil tussen vrijwilligerswerk en verenigingswerk. Vrijwilligerswerk is onbezoldigd (er mag wel een beperkte onkostenvergoeding betaald worden). Verenigingswerk is wel bezoldigd en onder voorwaarden dus belastingvrij. Ook hier is er een lijst met toegelaten activiteiten. Het gaat om sportmonitoren, sporttrainers, gidsen voor natuur of erfgoed, oppas, ... Die lijst is ook te raadplegen op www.bijklussen.be.
Noteer dat het niet toegelaten is om voor dezelfde vereniging vrijwilliger te zijn en betaald bij te klussen, tenzij het vrijwilligerswerk volstrekt onbezoldigd is (dus zelfs geen onkostenvergoeding). In tegenstelling tot het klussen van burger tot burger is het bij verenigingen wel toegestaan om dezelfde taken regelmatig uit te oefenen.

Ten slotte kan u nog bijverdienen door diensten aan te bieden in het kader van de deeleconomie, via erkende platformen. In dit stelsel zijn er geen beperkingen omtrent de aard van de aangeboden diensten en het staat ook open voor iedereen. Er is enkel de grens van 6.250 euro per jaar die u absoluut niet mag overschrijden.

Absoluut 6.250 euro en 520,83 euro

De fiscus kijkt naar het brutobedrag van wat u verdiende.
Voor verenigingswerk en klussen van burger tot burger gaat het om elk bedrag dat ten voordele van de belastingplichtige is geregistreerd via www.bijklussen.be en bovendien betrekking heeft op prestaties in het betrokken kalenderjaar. Het gaat dus niet alleen om de vergoeding van de prestatie maar ook bijvoorbeeld over onkostenvergoedingen of verplaatsingsvergoedingen.
Het brutobedrag van inkomsten uit de deeleconomie is het bedrag dat door het erkende platform werd betaald, verhoogd met alle sommen die zij hebben ingehouden. We denken bijvoorbeeld aan de vergoeding die het erkende platform inhield voor haar tussenkomst.
De maximumgrenzen zijn erg belangrijk. Als u ze overschrijdt, verliest u de belastingvrijstelling volledig! Dus niet alleen voor het deel boven de jaargrens of maandgrens, maar gewoon voor alles.
Wat u verdiende wordt dan in principe “inkomsten uit arbeid” maar als u er in slaagt te bewijzen dat het toch niet gaat om een echte professionele activiteit, dan kan de fiscus aanvaarden dat het gaat om zogenaamd diverse inkomsten, wat toch ook nog goed is voor een aanslag aan 33%.

En RSZ?

Het RSZ-verhaal is identiek aan het fiscale verhaal omdat de activiteit gewoon niet als een beroepsactiviteit wordt gezien als u de bovenstaande voorwaarden naleeft. Overschrijdt u de grenzen van 6.250 euro en/of 520,83 euro dan worden de inkomsten volledig onderworpen aan RSZ hetzij als zelfstandige, hetzij als werknemer. Vooral in het kader van verenigingswerk moet u daarvoor oppassen omdat de relatie tussen u en de vereniging dan wordt gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst. Uw vergoeding wordt dan loon en RSZ-bijdragen zijn verschuldigd zowel door u als door de vereniging ... met terugwerkende kracht.