Geïndexeerde bedragen personenbelasting voor aanslagjaar 2020 en 2021

Geïndexeerde bedragen personenbelasting voor aanslagjaar 2020 en 2021

In dit artikel vindt u een overzicht van de federale bedragen van de belangrijkste geïndexeerde bedragen in de personenbelasting terug. Belastingverminderingen en dergelijke waarvan het bedrag door de gewesten wordt bepaald zijn niet opgenomen.

Het overzicht bevat de bedragen voor aanslagjaar 2021, dat zijn uw inkomsten van dit jaar (2020). Achter ieder bedrag vindt u tussen haakjes het geïndexeerde bedrag voor aanslagjaar 2020 (inkomsten uit 2019).

Belastingvrije som en gezinssituatie

1. Belastingvrije som en verhoogde belastingvrije som
• Belastingvrije som: 8.990 euro (8.860 euro)
• Verhoging belasting vrije som voor gehandicapte belastingplichtige: 1.630 euro (1.610 euro)

2. Personen ten laste
• Verhoging belastingvrije som voor personen ten laste 
=> één kind: 1.630 euro (1.610 euro)  
=> twee kinderen: 4.210 euro (4.150 euro)  
=> drie kinderen: 9.430 euro (9.290 euro) 
=> vier kinderen: 15.250 euro (15.030 euro) 
=> meer dan vier kinderen (supplement per kind): 5.820 euro (5.740 euro)
• Bijkomende toeslag voor kinderen onder de drie jaar (waarvoor geen uitgaven voor kinderoppas worden afgetrokken): 610 euro (600 euro)
• Voor iedere andere persoon ten laste: 1.630 euro (1.610 euro)
• Verhoging belastingvrije som alleenstaande met kinderen ten laste: 1.630 euro (1.610 euro)
• Maximumbedrag eigen nettobestaansmiddelen (kind ten laste):
=> Standaard bedrag: 3.380 euro (3.330 euro) 
=> Verhoogd bedrag voor kind van alleenstaande: 4.880 euro (4.810 euro) 
=> Verhoogd bedrag voor gehandicapt kind van alleenstaande: 6.200 euro (6.110 euro) 
=> Onderhoudsgeld dat niet meetelt als bestaansmiddel: 3.380 euro (3.330 euro)
=> Bezoldiging studentenjob die niet meetelt als bestaansmiddel: 2.820 euro (2.780 euro) 

3. Huwelijksquotiënt en meewerkende echtgenoot
• Huwelijksquotiënt: 11.090 euro (10.940 euro) 
• Maximaal inkomen meewerkende echtgenoot uit eigen beroepsactiviteit: 14.400 euro (14.200 euro) 

Maximumbedrag forfaitaire beroepskosten

1. Werknemers en zelfstandigen met winsten: 4.880 euro (4.810 euro)
2. Zelfstandigen met baten en meewerkende echtgenote: 4.290 euro (4.230 euro)
3. Bedrijfsleiders: 2.580 euro (2.540 euro)

Belastingschijven aanslagjaar 2019

25 % op de schijf tot 13.440 euro (13.250 euro)
40 % op de schijf tot 23.720 euro (23.390 euro)
45 % op de schijf tot 41.060 euro (40.480 euro)
50 % op de schijf boven 41.060 euro (40.480 euro)

Bedragen die niet worden geïndexeerd

• De vrijstelling voor maaltijdcheques, ecocheques, PWA-cheques en cultuurcheques.
• De kilometervergoeding van 0,15 euro voor woon-werkverkeer.
• De maximale bedrijfsleidersbezoldigingen van een student-zelfstandige.
• De maxima voor de tax shelter voor starters en groeibedrijven.
• De winwinlening.
• De grensbedragen voor bescheiden woning inzake OV-vermindering.
• Het maximum van het belastingkrediet in de PB.