De impact van het nieuwe vennootschapsrecht op de schenking van familiale vennootschappen

De impact van het nieuwe vennootschapsrecht op de schenking van familiale vennootschappen

Het nieuwe vennootschapsrecht moest eigenlijk fiscaal neutraal blijven. Toch heeft het, en dat kan eigenlijk niet anders, een fiscale impact. Ook bijvoorbeeld op de overdracht door schenking of vererving van familiale ondernemingen. De Vlaamse regels zijn ondertussen al op de nieuwe regels afgestemd.

Gunstregime voor schenken van familiale vennootschappen

In Vlaanderen kunt u een familiale vennootschap of onderneming volledig vrij van schenkbelasting schenken.

Ook in de erfbelasting wordt de overdracht van familiale vennootschappen en ondernemingen gunstig behandeld. Er geldt een verlaagd tarief:

3 % voor de verkrijging in rechte lijn of tussen partners.

7 % voor de verkrijging tussen alle andere personen.

Aan deze gunstige behandeling zijn natuurlijk wel een aantal voorwaarden verbonden. De hervorming van het vennootschapsrecht maakte het nodig om aan deze voorwaarden wat te sleutelen.

Voldoende grote deelneming in vennootschap

Alleen familiale vennootschappen genieten van het gunstregime. Om een familiale vennootschap te zijn, moeten de schenker/erflater en zijn familie op het moment van de schenking of het overlijden samen 50 % van de aandelen van de vennootschap in volle eigendom hebben. In sommige gevallen is het voldoende dat de erflater of schenker 30 % van de aandelen heeft: als hij samen  met één andere aandeelhouder (en zijn familie) 70 % van de aandelen heeft of samen met twee andere aandeelhouders (en hun familie) 90 % van de aandelen heeft. Dit noemen we de participatievoorwaarde.

Het idee hierachter is dat de erflater en zijn familie zeggenschap hebben over de vennootschap. In het nieuwe vennootschapsrecht bestaan er echter aandelen met en zonder stemrecht. Daardoor kan het dat een aandeelhouder met zijn familie wel de helft van de aandelen heeft, maar minder dan de helft van de stemrechten. Voor die families zonder zeggenschap is het systeem in feite niet bedoeld. Daarom werd de voorwaarde in het Vlaams decreet aangepast. In de tekst staat nu uitdrukkelijk dat de schenker (met zijn familie) in het bezit moet zijn van aandelen die minstens 50 % van de stemrechten vertegenwoordigen. Ook hier weer geldt de regel dat 30 % voldoende is als hij samen  met één andere aandeelhouder (en zijn familie) 70 % van de stemrechten heeft of samen met twee andere aandeelhouders (en hun familie) 90 % van de stemrechten heeft.

Vennootschap die een activiteit ontwikkelt

Alleen actieve vennootschappen komen in aanmerking. Dat betekent familiale vennootschappen die zich bezighouden met nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteiten, of een vrij beroep. Holdings komen in principe niet in aanmerking. Dit is de activiteitsvoorwaarde. Een vennootschap die zelf geen activiteiten ontplooit, maar 30 % van de aandelen heeft in een actieve dochter valt toch onder het gunstregime. Hier spreekt het decreet dus nog wel over “30 % van de aandelen” in plaats van “30 % van de stemrechten”.

Geen uitkeringen of terugbetalingen 'kapitaal'

Een andere voorwaarde van het gunstregime is de voorwaarde van kapitaalbehoud. Deze voorwaarde houdt in dat de familiale vennootschap de eerste drie jaar na de schenking geen kapitaalvermindering mag doorvoeren via uitkeringen of terugbetalingen. Ook aan deze formulering moest worden gesleuteld. In het nieuwe vennootschapsrecht blijft het kapitaalbegrip alleen overeind voor de nv. Andere vennootschappen kunnen vanaf nu kapitaalloos zijn. Een kapitaalloze vennootschap kan zijn kapitaal natuurlijk niet behouden. Daarom verwijst het decreet vanaf nu naar het eigen vermogen. Dit eigen vermogen mag gedurende drie jaar niet dalen onder het bedrag van de tot op die datum verrichte inbrengen, zoals blijkt uit de jaarrekening.