Vennootschapsbelasting: compenserende maatregelen voor verlaagd tarief

Vennootschapsbelasting: compenserende maatregelen voor verlaagd tarief

In een eerdere bijdrage brachten we heuglijk nieuws: het tarief in de vennootschapsbelasting zal de komende jaren dalen, tot 25 % in 2020 en voor kmo’s tot 20 % op de eerste 100.000 EUR winst. Er is ook minder goed nieuws: de regering wil dat deze verlaging budgetneutraal verloopt. Daarom wordt de verlaging gecompenseerd met enkele andere nieuwe maatregelen zoals het afschaffen of beperken van enkele bestaande aftrekken.

 'Minimumbelasting' op winst boven een miljoen euro

Winsten boven de 1.000.000 EUR kunnen niet langer volledig geneutraliseerd worden door allerlei fiscale aftrekken. De winst die de drempel van 1.000.000 EUR overschrijdt, kan maar voor 70 % verminderd worden door de volgende aftrekken:

vorige verliezen

overgedragen dbi

overgedragen aftrek voor innovatie-inkomsten

overgedragen NIA

de gewijzigde notionele interestaftrek

Dat betekent dat 30 % van de winst boven de 1.000.000 EUR sowieso belast zal worden. Die 30 % wordt daardoor in feite een minimum belastbare basis.

Voorbeeld

De nv CONSTRUCT heeft een winst van anderhalf miljoen EUR. De drempel wordt dus met 500.000 EUR overschreden. Van die 500.000 EUR kan er 70 % met de aftrekken verminderd worden. De andere 30 % (= 150.000 EUR) kan er niet door worden verminderd. Daardoor is er sowieso belasting verschuldigd op 150.000 EUR. In 2018 is dat 29,58 % (29 % + 2 % crisisbijdrage) = 44.370 EUR.

Het bedrag aan aftrekken dat door de maatregel beperkt is, zou wel kunnen worden overgedragen naar volgende jaren.

Notionele interestaftrek blijft, maar wordt aangepakt

In de wandelgangen werd gefluisterd dat de notionele interestaftrek (NIA) zou gaan verdwijnen. In het zomerakkoord kondigde de regering aan dat dit niet het geval is. Wel wordt de NIA aangepakt. De aftrek zal op een nieuwe basis berekend worden: het gewogen gemiddelde van de aangroei van het risicokapitaal van de laatste vijf jaar.

Vrijstelling meerwaarden aandelen: naleven participatievoorwaarde

Vennootschappen zullen enkel nog van de vrijstelling van de meerwaarden op aandelen kunnen genieten als de participatievoorwaarde is vervuld. Deze voorwaarde houdt in dat de vennootschap een deelneming moet bezitten van minstens 10 % in het kapitaal van de vennootschap of met een aanschaffingswaarde van minstens 2,5 miljoen EUR. Dezelfde voorwaarde vind je terug in het dbi-stelsel.
Het tarief van 0,4 % (0,412 % met ACB of aanvullende crisisbijdrage)  op meerwaarde op aandelen die grote vennootschappen sowieso verschuldigd zijn, wordt afgeschaft.

Kapitaalvermindering: roerende voorheffing verschuldigd

Kapitaalverminderingen zullen aan de roerende voorheffing worden onderworpen in verhouding van het aandeel van de nog aanwezige belaste reserves in het gestort kapitaal verhoogd met de belaste reserves. Tegelijkertijd wordt de mogelijkheid geschrapt die toeliet een kapitaalvermindering bij voorrang aan te rekenen op gestort kapitaal.  Daardoor zal de vennootschap  bij een kapitaalvermindering 30 % roerende voorheffing moeten inhouden op een deel van het terugbetaalde kapitaal.

Indienen van de aangifte

Vennootschappen die geen aangifte indienen, zullen vanaf 2018 sowieso worden belast op een forfaitaire minimumwinst van 40.000 EUR.

Gebrek aan voorafbetalingen wordt duurder

De basisrentevoet van de voorafbetalingen wordt tot 3 % verhoogd. Het wordt dus duurder voor vennootschappen als ze geen of onvoldoende voorafbetalingen  doen.

Al deze nieuwe regels werden door de regering aangekondigd in het zomerakkoord. Ze moeten nu nog in concrete wetteksten worden vertaald. We houden u op de hoogte wanneer de volgende stappen worden genomen en welke acties u dan moet ondernemen.